Bedoeling is hier op te sommen wat het verschil is tussen de Sprint uitvoering en het huidige andere model de Sport.
Dat de Elise een lichte auto is, weten we al langer dan vandaag, echter is hij sinds zijn oorsprong toch wel zwaar aangedikt, dit door heel wat extra luxe zoals automatische raamopeners, eventuele airco, extra isolatie,… maar vooral door extra veiligheidsvoorzieningen. De wagen is nog steeds gebouwd rond het 68kg wegende aluminium verlijmde chassis. Bij de S1 werd gebruik gemaakt van Ciba Polymers huidig is dit Betamate E2400 om de wagen samen te houden.
Het is leuk terug een uitvoering te zien die het gewicht toch probeert terug te brengen naar zijn oorsprong en dacht aan de visie ‘simplify, then add lightness’. In grote lijnen is de Elise nog steeds de wagen van 20-jaar terug vanuit de visie ‘Als het niet kapot is repareer het dan niet‘
Exacte cijfers zijn een droog gewicht van net onder de 800kg, rijklaar mag je rekenen op zo’n 830kg voor de 1.6 uitvoering. En 845kg / 878kg voor de 220pk uitvoering (Eigen Elise gewogen september 2020 en woog net 900kg).
Al deze gewichtsbesparingen brengen de Elise 220 in 4,2sec t.o.v. 5,7sec voor de eerste reeks met 122pk naar 100km/u. De 136pk doet het in 5,9sec en is hiermee dus iets trager dan zijn oude broertje met Rover blok.
De Elise werd gemaakt van 1996 tot 2021 en er werden er zo’n 35.124 geproduceerd. Komt neer op 1.350 auto’s per jaar en zo’n 112 per maand. De S1 werd in diverse uitvoeringen gemaakt van 1996 tot 2001 en telden rond de 12.000 exemplaren.
In vergelijking Ferrari verkoopt er jaarlijks ergens tussen de 7.000 en 11.000 auto’s.
Uiterlijk werd het geen standaard sprint zoals gekend in de 3 horizontale kleuren livery (bv Wit-Goud-Geel, Wit-Goud-Blauw of Wit-Goud-Rood). Enkel snel te herkenen door de carbon onderdelen en de schuine sticker onder de zij luchtinlaat.
De Sprint is of ondertussen was (stopgezet Q3 2019) beschikbaar in 1.6 en 1.8 2ZR-FE-supercharger uitvoering beide van Toyota met VVT-i technologie. Met 136pk bij 6800 tr/min – 160Nm bij 4400 tr/min of 220pk bij 6800 tr/min – 250Nm bij 4600 tr/min. Het optimale koppel van de 220pk situeert zich tussen de 3500 en 5500 tr/min. en dit haalt hij door gebruik te maken van de Magnuson/TVS R900 supercharger.
Natuurlijk nog steeds via achterwielaandrijving.
Hiermee staat/stond hij gepositioneerd tussen de Sport en Cup 250 uitvoering. Verbruik komt op zo’n 7,5l/100km 98RON als je hier rekening wenst mee te houden.
Vorige modellen hadden een 2ZZ-GE die een hoger toerental aankon, maar minder koppel had.
Enkele algemene onderdelen die aandacht verdienen zijn de open versnellingsmechanisme zoals eerst gezien in de Exige 350 Sport, schakelt een stuk vlotter, korter en spaart 1kg gewicht.
Gear ratios van de EC60 versnellingsbak zijn:
1e: 3.538
2e: 1.913
3e: 1.310
4e: 0.971
5e: 0.818
6e: 0.700
Achteruit: 3.333
Dat de roll hoop cover uitgevoerd is in Carbon heeft niet alleen te maken met looks en gewicht, het is ook het hoogste deel van de wagen waar nu het gewicht is gereduceerd, dit heeft nefaste gevolgen voor de prestaties in bochten. Net als de rubber lippen achter de voorwielen verbeteren de stabiliteit. Ook de achter diffusor heeft een paar extra items gekregen om de airflow te verbeteren. Vernieuwde display tov de oudere uitvoeringen met duidelijkere leesbaarheid. En wat natuurlijk het meest in het oog springt zijn de grotere luchtinlaten op de neus van de wagen.
Vernieuwde uitlaat waardoor het de best klinkende 4-cilinder is op de markt. Een upgrade naar een sportuitlaat is geen meerwaarde meer.
We zien naast de startknop ook een Sport knop waarmee het rood van 7100 naar 7200 tr/min stijgt. Tevens is de respons iets sneller en laat de sper iets meer toe door het herkennen van onderstuur uit te schakelen. Daarnaast zit nog een 3e knop om de tractiecontrole volledig uit te schakelen voor het rijden op circuit. Deze knoppen behoren toe aan het Lotus Dynamic Performance Management systeem.
Om optimaal uw top te halen is het best steeds tot einde rode zone te rijden. Daar licht immers de pk top.
De zitpositie is nog steeds optimaal vanuit de Carbon stoelen waarvan enkel de bestuurdersstoel is te verplaatsen en dit natuurlijk met de hand. Ook deze stoelen herken je uit de Exige en bieden ook hier voldoende steun om honderden kilometers af te leggen zonder te hoeven stoppen met uitzondering als de kleine tank van 40 liter leeg is geraakt.
De Sprint weegt zo’n 40 kilo minder dan zijn collega de Sport. Dit mede door:
- Polycarbonaat achterruit
- Diverse carbon buitenonderdelen (-26kg)
- Carbon zetels zoals in de Exige (-6kg)
- Lithium-ion batterij (-9kg)
- Gesmede wielen (-5kg)
- Geen motorcover
Andere opties:
- Zwart achterpaneel
- Sprint borduring in de zetels
Natuurlijk typisch aan Lotus is dat je meer betaald voor minder (gewicht).
Wanneer je echter zou opteren voor een Sport en deze in de mate van het mogelijke om tunen naar een Sprint mag je zo’n 10k€ gaan neertellen voor de heel dure carbon onderdelen.(voorpaneel 1275€, roll hoop cover 1425€, zetels 1710€, venster 610€, batterij 1710€, wielen 2290€, motordeksel …, zwart achterpaneel) Mede de reden van het stopzetten van de productie van deze reeks, de onderdelen zouden te duur geweest zijn om te produceren voor het kleine aantal verkochte wagens.
Mijn wagen hebben ondermeer om de gewichtsreden geen radio, geen airco, geen isolatie. In de rubriek ‘Eigen wagen‘ zie je nog een paar gewichtsbesprarende maatregelen. (Airbag cover, Sill covers,…)
Lees meer op de product fiche.